Onderlijnmateriaal voor het roofvissen
De Nederlandse roofvissen zijn prachtig om te vangen. De kracht en explosieve actie van de vissen maakt het een hele sport om deze goede en wel op de kant te krijgen. Zeker bij de grote exemplaren. Met deze rovers komt ook de uitdaging dat deze vissen scherpe en sterke tanden hebben, die een normale vislijn makkelijk kunnen breken. Naast de tanden kan ook het verdere lichaam, zoals de rugvin een vislijn makkelijk beschadigen, vandaar dat je bij het vissen op roofvis gebruik maakt van onderlijnen om je vislijn te beschermen. Deze onderlijnen beschermen de hoofdlijn van de scherpe punten van de vis en hier maak je bijvoorbeeld jouw kunstaas aan vast. Een niet te missen stukje end-tackle om snoek, snoekbaars, baars, forel en meerval te vangen.
Met stalen onderlijn ben je snoek de baas
Stalen onderlijnen zijn de meest gebruikte soort onderlijnen. Deze stalen onderlijnen komen in verschillende lengtes, kleuren, trekkracht en wartels. Voor een meer startende roofvisser zijn er kant-en-klare oplossingen. Wel zo makkelijk om zonder zorgen aan de waterkant te zitten. De stalen onderlijn wordt dan ook vaak gebruikt door het gebruiksgemak. Met een wartel aan bovenkant wordt de hoofdlijn bevestigd en aan de andere kant komt een stuk kunstaas of haak om doodaas te hangen. Simpeler kan niet. Het belangrijkste aandachtspunt hierbij is dat de onderlijn voldoende lengte heeft. Een snoek bijvoorbeeld heeft een groot hoofd in relatie tot het lichaam. Hiermee kan hij of zij goed zuiging tot stand brengen om een (kunstaas) vis op te nemen. Het aas kan hierbij diep in de bek terecht komen. Bij gebruik van een te korte onderlijn kan hierbij ook de hoofdlijn geraakt worden door de tanden. Bij het snoekbaars en baars zal dit veel minder snel het geval zijn.
Dressuurdoorbrekende fluorocarbon onderlijnen
Naast de 'standaard' stalen onderlijnen kan je ook gebruik maken van fluorocarbon. Dit fluorocarbon lijkt heel erg op een nylon vislijn, maar dan wel veel schuurbestendiger. Zelfs zo schuurbestendig dat een fluororcarbon onderlijn van 0.40mm makkelijk tegen het geweld van een grote snoek kan. De kracht van de lijn zit hem in de carbon vezels die in de vislijn zijn ingebracht. Een tweede belangrijke eigenschap is, dat deze vislijn heel goed in het water wegvalt. Het licht schijnt er als het ware doorheen, waardoor deze heel moeilijk is waar te nemen. Op wateren waar veel op snoek gevist wordt kan dit zeker helpen om een snoek niet af te laten schrikken. Zeker na enkele keer gevangen te zijn wordt deze vissen steeds slimmer. En dat zijn nu vaak ook de grotere exemplaren die we graag vangen. Vandaar dat veel roofvissers overstappen naar gebruik van flourocarbon. Zeker bij het vissen van doodaas is dit een goede keuze, omdat de snoek dan veel tijd heeft om het aas te inspecteren. Bij het actief vissen met kunstaas is de meerwaarde er zeker ook. Echter zal de snoek dan minder tijd hebben om een eventuele onderlijn waar te nemen, door de vluchtende beweging van het kunstaas.
Zelf een roofvisonderlijn maken?
Het kiezen van een kant-en-klare onderlijn is makkelijk, maar misschien niet altijd passend bij wat jij wilt. Gelukkig kan je ook eenvoudig je eigen roofvisonderlijnen maken. Veel heb je hiervoor niet nodig. De basis ligt in de keuze van het materiaal. Zoals hiervoor beschreven kan een roofvisonderlijn gemaakt zijn van staal en fluorocarbon. Naast deze basis heb je sleeves, wartels, krimptang en eventueel een enkele haak of dreg nodig. Dit laatste is afhankelijk of je met kunstaas aan de slag gaat. Dan is een interlocking swifel handig om aan te nemen om een no-knote link. Ga je aan de slag met aasvis, dan is een enkele losse haak of een dreg een logische keuze.
Het kritieke element van de onderlijn is de sleeve. Dit is een holle ijzeren of stalen huls waar de staaldraad of fluorocarbon doorheen komt. In de onderlijn worden geen knopen gebruikt, maar wordt de sleeve dichtgeknepen. Door de wrijving zal de draad of lijn niet uit de sleeve kunnen. Het is wel zaak om hierbij een goede tang te gebruiken. Hiervoor zijn ook de speciale sleeve tangen ontworpen. Deze knijpen de sleeve niet enkel fijn, maar geven er ook reliëf aan. Dit vergroot de het oppervlakte waar de draad door de sleeve gaat en het brengt hoeken, waardoor de draad er nagenoeg onmogelijk uit gaat. Ons advies is wel om de gekrimpte sleeve wel altijd te onderwerpen aan een test door er hard aan te trekken. Harder dan dat het onder spanning komt te staan tijdens het vissen. Hiermee weet je zeker dat de sleeve voldoende dichtgezet is als je aan het vissen bent. Het zou toch zonde zijn om op dee manier een mooie vis te verspelen met de kans dat er visgerei bij de vis achterblijft. Met een simpele test kunnen we dit voorkomen.
Stinger als roofvisonderlijn
Een stinger is een kleine roofvisonderlijn die niet los gebruikt wordt. Het is een onderlijntje van vaak een paar centimeter met een dreg eraan. Deze stinger wordt zowel gebruikt bij het vissen met kunstaas en dan in het bijzonder bij het vissen met grotere shads. Bij deze grote shads kunnen aanbeten soms onvoldoende doorzetten. De achterkant van de shad kan dan beschadigd zijn zonder dat de vis haakt. Door het verlengen van de onderlijn, of eigenlijk bijzetten van een extra haak verder op de shad kan je deze voorzichtige jagers ook nog goed haken. Bij het vissen met doodaas geldt eigenlijk hetzelfde. Als de doodaasvis op de bodem wordt aangeboden, dan wordt de bovenste haak in de staart van de aasvis gezet langs de graad. Hier heeft een haak het meeste houvast. Met de stinger kan er een dreg verder op de flank van de aasvis worden geprikt om de kans op een goed inhaking te bevorderen. Deze techniek wordt ook ingezet als er zwevend een aasvis wordt aangeboden. In dit geval komt de stinger langs de aasvis te hangen en hangt vrij om vlees te pakken in de bek van de roofvis.